“Als de versnelling van attracties invloed heeft op het denkvermogen van de mens, dan zullen dat positieve resultaten weergeven na het ondervinden van bepaalde attracties.” Dit deel van de hypothese wordt verworpen.

“Als de versnelling van attracties invloed heeft op het denkvermogen en er ontstaat een verschil tussen de resultaten van mannen en vrouwen, dan zullen we dat zien in onze resultaten. Het verschil zal volgens ons wel minimaal blijven.” Dit deel van de hypothese wordt aangenomen.

De conclusie luidt nu als volgt: De versnelling van attracties heeft geen invloed op het denkvermogen van de mens en het verschil tussen het denkvermogen van mannen en vrouwen is minimaal.